DD-AR

Aantal DDM 2/3: 258
mDDM: 50
Serie 7300, 7400, 7800, (7900)
Fabrikant Talbot Aken / Holec
Vervoerder NS
Bouwjaar 1991-1996
Indienststelling 1992 (DDM 2/3) en 1997 (mDDM)
2014 (2e periode)
Uit dienst 2013 (1e periode)
Samenstelling Bvk + ABv + Bv + mABk of
Bvk + ABv + Bv + Bv + 1700
(1e periode)
Bvk + ABv + Bv + 1700 of
ABvk + Bv + Bv + 1700
(2e periode)
Spoorwijdte 1435 mm (normaalspoor)
Massa DDM 2/3: 45 t
mDDM: 77 t mDDM: 77 t
Lengte over buffers DDM 2/3: 26,4 m (Bv en ABv) en 26,896 m (Bvk)
mDDM: 21 m
Breedte 2,78 m
Hoogte 4,606 m
Maximumsnelheid 140 km/h
Vloerhoogte 1183 mm (balkon)
0352 mm (onder)
2434 mm (boven)
Deuren Pneumatische zwenk-schuifdeuren
Pneumatische zwenk-zwaaideuren Pneumatische zwenk-zwaaideuren
* 3 bakken (met 1700): 12
* 4 bakken (met mDDM): 16
Deurbreedte ABv/Bv: 1900 mm
ABvk: 1300/1900 mm
mABk: 900 mm
Aantal zitplaatsen 2e klas: DDM 2/3: 108 (Bvk), 132 (Bv), 52 (ABv) en mDDM: 32
1e klas: DDM 2/3: 64 (ABv) en mDDM: 16
Klapzittingen: DDM 2/3: 17 (waarvan 2 in de H.C.-ruimte en 2 in de cabine) (Bvk), 16 (Bv), 14 (ABv) en mDDM: 7
Zitvlakken: DDM 2/3: 4 (Bvk) en 8 (Bv en ABv)
Techniek Techniek
Stroomsysteem mDDM: 1,5 kV gelijkspanning
Vermogen mDDM: 6 x 400 = 2400 kW

Het dubbeldeksaggloregiomaterieel (DD-AR) is een materieelserie van de Nederlandse Spoorwegen. De naam AggloRegio komt van een nooit ingevoerde benaming voor stoptrein.

De 258 dubbeldeksrijtuigen werden tussen 1991 en 1994 gebouwd door de firma Talbot in Aken. De rijtuigen zijn onderverdeeld in de series DDM-1, DDM-2 en DDM-3.

In 1996, 1997 en 1998 werden 50 motorrijtuigen van de serie mDDM gebouwd, die de meeste treinstammen aandreven. Voor de overige treinstammen werden 29 elektrische locomotieven van de serie 1700 gebruikt. Oorspronkelijk waren het er 81, voor alle treinstammen.

Tussen 2010 en 2013 zijn 190 DD-AR rijtuigen en alle 50 mDDM-motorrijtuigen gemoderniseerd en daarbij verbouwd tot 50 intercitytreinstellen van het type Nieuwe Intercity Dubbeldekker (NID, ook wel DubbelDekkerZonering (DDZ)). 30 met 4 bakken en 20 met 6 bakken. Het DDZ-materieel heeft geen locomotieven meer nodig.

Oorspronkelijk zou met de afronding van het DDZ-project het resterende DD-AR buiten dienst gaan. Met ingang van juni 2013 reden er hiermee dan ook geen treinen meer. De DD-AR-vloot kwam voor een deel eind 2014 weer in dienst in afwachting van de aflevering van de Sprinter Nieuwe Generatie. De eerste gereactiveerde stam DD-AR kwam op 6 december 2014 weer in dienst.

Kenmerken

Het model van de rijtuigen DD-AR is gebaseerd op de eerste Nederlandse serie dubbeldeksmaterieel (DDM-1). Door te kiezen voor een bestaand ontwerp kon het nieuwe materieel snel geleverd worden. Anders dan het geval was bij de DDM-1, zijn deze treinen voornamelijk bedoeld als stoptreinmaterieel. Zij moeten daarom dezelfde rijtijden kunnen halen als Mat ’64. Om deze reden zijn korte treinstammen gewenst. Om een flexibele inzet mogelijk te maken zijn de stuurstandrijtuigen en de gebruikte locomotieven voorzien van automatische koppelingen van het fabrikant BSI. Hierdoor kunnen twee stammen (ongeacht de samenstelling) gekoppeld rijden.

Een ander opvallend verschil met DDM-1 is het interieur: in DDM-1 waren dezelfde rode banken geplaatst als destijds in de Sprinter, DD-AR heeft appelgroene banken, deels met een nieuw type bank dat meer beenruimte biedt. Ook heeft DD-AR digitale bestemmingsschermen aan de buitenzijde van ieder rijtuig.

De treinstammen reden als trek-duwtrein. De reguliere DD-AR-treinstammen konden bestaan uit:

  • een stuurstandrijtuig type Bvk, een tussenrijtuig type ABv, een rijtuig type Bv en een motorrijtuig type mABk, of
  • een stuurstandrijtuig Bvk, een rijtuig ABv, twee rijtuigen type Bv en een locomotief.

De treinstammen waren respectievelijk genummerd in de serie 7800 dan wel serie 7400. Tot de komst van de motorrijtuigen reden ook treinstammen van drie rijtuigen, genummerd in de serie 7300. In 2003 werden, wegens een tijdelijk tekort aan locomotieven, enkele stuurstandrijtuigen ingezet in trek-duwtreinen bestaande uit Intercityrijtuigen en een locomotief van de serie 1700. Ter compensatie werden enkele DD-AR-stammen verlengd en vernummerd in de serie 7900. Sinds 2006 reden alleen nog stammen van de serie 7400 en 7800. Een enkele keer werd tijdelijk een stam met drie rijtuigen en locomotief geformeerd, waardoor af en toe een stam uit de serie 7300 opdook.

Eind 2008 werden enkele stuurstand- en motorrijtuigen als proef voorzien van energiezuinige ledverlichting.

Motorrijtuigen

In eerste instantie wilde NS direct dubbeldekstreinstammen met motorrijtuigen laten bouwen. Door materieelschaarste, mede naar aanleiding van de invoering van de OV-studentenkaart in 1991, was NS echter genoodzaakt het nieuwe materieel op korte termijn te bestellen. De ontwikkeling van motorrijtuigen duurde hiervoor te lang. Om deze reden werden alle stammen tijdelijk voorzien van een elektrische locomotief serie 1700, een gemodificeerde versie van de locomotieven van de serie 1600. Enkele jaren later werden alsnog motorrijtuigen gebouwd om een deel van de locomotieven af te lossen.

Na de aflevering van de motorrijtuigen type mDDM in de periode 1996-1998 vervingen de vrijgekomen locomotieven een deel van de elektrische locomotieven van de serie 1600 af in het reizigersvervoer. Deze locomotieven schoven door naar het goederenvervoer, waar zij de oude locomotieven van de series 1100, 1200 en 1300 vervingen. Er zijn 50 motorrijtuigen gebouwd. Deze werden in de vroegere driewagenstammen geplaatst. De vierwagenstammen bleven rijden met een locomotief van de serie 1700. De 19 eind 2014 gereactiveerde stammen rijden in een samenstelling van drie rijtuigen en een locomotief en hebben een nummer in de reeks 7300. Hierbij bevindt zich de eerste klas op het bovendek van het stuurstandrijtuig.

Materieel

DD-AR bestaat uit:

  • 79 stuurstandrijtuigen tweede klas type Bvk; de onderverdieping heeft twee kleine compartimenten, verbonden door een gangetje
  • 103 rijtuigen tweede klas type Bv
  • 76 rijtuigen eerste/tweede klas type ABv
  • 50 motorrijtuigen eerste/tweedeklas (mDDM) type mABk

Aan de uiteinden van elke rijtuigbak bevindt zich een balkon op het niveau van de buitendeur. Daartussen zit bij de meeste bakken een gedeelte met een onder- en een bovenverdieping; vanaf het balkon is er een trapje omlaag naar de onderverdieping en een trapje omhoog naar de bovenverdieping. Bij de mABk is er maar één verdieping. Daarbij bevindt zich de vloer op een hoger niveau dan het balkon (vanaf het balkon is er dus een trapje omhoog), maar lager dan de bovenverdieping bij de andere rijtuigen.

In één ABv-rijtuig (nu Bv 280 7508) was de eerste klas gedeclasseerd naar tweede klas, het enige verschil was echter de eenvoudiger bekleding van de banken. De ramen werden echter niet aangepast, dus waren de ramen bij hierbij groter dan normaal bij de tweede klas. De ramen bij de eerste klas zijn namelijk groter dan bij de tweede klas.

Nummering

Omdat DD-AR een treinstam is, werkt de nummering anders dan bij een treinstel. De laatste twee cijfers (het volgnummer) zijn afhankelijk van de Bvk in de stam. Omdat er 79 Bvk’s beschikbaar zijn, kunnen de nummers lopen van xx01 tot en met xx79. De eerste twee cijfers (het serienummer) zijn afhankelijk van de samenstelling:

  • 7300: Bvk (bovendek eerste klas) + Bv + Bv + loc
  • 7400: Bvk + ABv + Bv + Bv + loc
  • 7800: Bvk + ABv + Bv + mABk

Als er bijvoorbeeld een treinstam was met het nummer 7424, kon er niet tegelijk een treinstam bestaan met het nummer 7824.

Inzet

Het DD-AR-materieel was voornamelijk bedoeld om de reizigersgroei in de stoptreindiensten in en om de Randstad op te vangen. Door de komst van het materieel konden het Stadsgewestelijk Materieel en Mat ’64 andere diensten versterken en doorschuiven naar diensten van het Mat ’54. De eerste treinstammen gingen in de zomer van 1992 rijden in Noord-Holland en op de Flevolijn. Vanaf 1993 werd het DD-AR ook in West-Brabant ingezet. Ook gingen de stammen in de zomer van dat jaar de nieuwe doorgaande verbinding tussen Den Helder en Nijmegen rijden. Ten slotte verscheen het materieel dat jaar op de verbinding Den Haag – Venlo. In 1994 was de aflevering van het materieel voltooid en reden de stammen ook stoptreinen vanuit Utrecht naar Zwolle, Eindhoven en Tiel.

In de zomer van 1995 verdween het DD-AR uit de langeafstandsverbinding Den Helder – Nijmegen. Stam 7410 werd dat jaar verbouwd tot koffietrein en ging in een vaste omloop stoptreinen rijden tussen Nijmegen en ‘s-Hertogenbosch. Een jaar later kwam deze treinstam terug in de reguliere treindienst en verdween het DD-AR van de verbinding.

In 2003 werden enkele stuurstandrijtuigen ingezet in trek-duwtreinen bestaande uit Intercityrijtuigen en een locomotief van de serie 1700. Deze combinaties reden voornamelijk tussen Utrecht en Eindhoven.

Laatste inzet

DD-AR werd in de Dienstregeling 2013 tot medio juni 2013 planmatig ingezet. In de meeste series reed niet enkel DD-AR, maar werden ook treinen met andere materieel gereden. DD-AR deed voornamelijk dienst als sprinter, maar werd op enkele lijnen ook als Intercity ingezet.

Serie Treinsoort Route Bijzonderheden
3400 Intercity Haarlem – Beverwijk – Alkmaar Rijdt alleen in de spits. In de ochtendspits alleen richting Haarlem, in de middagspits alleen richting Alkmaar.
4400 Sprinter ‘s-Hertogenbosch – Nijmegen – Arnhem Centraal Traject wordt bereden in combinatie met SGMm, NID en Plan V.
5600 Sprinter Utrecht Centraal – Amersfoort – Zwolle
5700 Sprinter Utrecht Centraal – Hilversum – Weesp – Schiphol Airport – Hoofddorp Rijdt niet ’s avonds.
9600 Sprinter ‘s-Hertogenbosch – Boxtel – Eindhoven – Helmond – Deurne Traject wordt bereden in combinatie met SGMm, NID en Plan V.
14500 Intercity Amsterdam Centraal – Hoorn – Hoogkarspel – Enkhuizen Rijdt alleen in de spits in de spitsrichting; Stopt niet in Zaandam Sinds 2015 stopt hij ook in Hoorn Kersenboogerd. Stopt niet in Zaandam. Traject wordt bereden in combinatie met VIRM en ICMm
14800 Sprinter Amsterdam Centraal – Haarlem – Beverwijk – Uitgeest – Castricum – Alkmaar – Hoorn ’s Avonds tussen Alkmaar en Hoorn één keer per uur. Traject wordt bereden in combinatie met SLT en DDM-1.

Modernisering

Kleine RevisieIn 2010 is NedTrain begonnen met de modernisering van het grootste deel van het DD-AR-materieel, dat aan de stoptreindiensten zou worden onttrokken om Intercitytreinen te gaan rijden. In totaal 240 rijtuigen, waaronder alle 50 motorrijtuigen, waren in juni 2013 verbouwd. Hiermee zijn 50 treinstammen (30 vierdelige en 20 zesdelige) gevormd. De eerste stam, genummerd 7501, had in 2011 gereed moeten zijn, maar maakte pas in december 2011 zijn eerste proefritten. Sinds maart 2012 zijn de eerste treinstellen in dienst. Het overige DD-AR-materieel en de locomotieven uit de 1700-serie die gebruikt werden voor DD-AR-materieel, werden terzijde gesteld.

Een deel van de terzijde gestelde DD-AR’s kregen sinds 17 maart 2014 een revisiebeurt om vanaf eind 2014 als reservematerieel ingezet te kunnen worden. Het ging hierbij om 19 stammen in de volgende samenstelling: een locomotief serie 1700 + 2 tussenrijtuigen + 1 stuurstandrijtuig. Sinds eind 2014 komen de rijtuigen die niet in een DDZ zijn veranderd langzaam maar zeker weer terug in de dienst.

Inzet Dienstregeling 2017

Inzet per 11 december 2016

Serie Treinsoort Route Bijzonderheden
4400 Sprinter ‘s-Hertogenbosch – Nijmegen – Arnhem Centraal Traject wordt bereden in combinatie met FLIRT en SGMm.
5500 Sprinter Utrecht Centraal – Den Dolder – Baarn
7000 Sprinter Apeldoorn – Deventer – Almelo – Hengelo – Enschede Rijdt buiten de spits en in het weekend niet tussen Almelo en Enschede. Incidenteel komt ook SGMm of DDZ op dit traject voor.
9600 Sprinter ‘s-Hertogenbosch – Boxtel – Eindhoven – Helmond – Deurne Traject wordt bereden in combinatie met FLIRT en SGMm.