NS 2900

Aantal 5
Nummering SM: 151-155
NS: 2901-2905
FEVE: 1421-1425
Fabrikant Henschel & Sohn / Henschel-Werke en Electro-Motive Division (EMD)
In dienst 1956-1959,
bij NS: 1970/1971,
bij FEVE: 1975
Uit dienst bij SM: 1970/1971,
bij NS: 1975,
bij FEVE: 1982
Asindeling Bo’Bo’
Spoorwijdte 1435 mm
Massa 74 ton
Aslast 18,5 ton
Lengte over buffers 14.370 mm
Hoogte 4130 mm (151: 4330 mm)
Wieldoorsnee 1000 mm
Asafstand 2440 mm
Draaistelafstand 7620 mm
Minimale boogstraal 60 m
Maximumsnelheid SM: 100 km/h
NS: 80 km/h
Stroomsysteem 600V gelijkstroom
Aandrijving diesel-elektrisch
Vermogen 330pk (per tractiemotor)
Tractiemotoren 4
Motorfabrikant Electro-Motive Diesel (EMD)
Inhoud brandstoftank 3028 l
Treinbeïnvloeding geen
Remsysteem Knorr
Compressorfabrikant Gardner
Compressortype WXO

De NS-locserie 2900 was een kleine serie van vijf diesellocomotieven in Nederland, die in 1970 door de Nederlandse Spoorwegen werden overgenomen van de Staatsmijnen.

Geschiedenis

Staatsmijnen

Naar aanleiding van een demonstratie in 1955 met een door General Motors en Electro-Motive Diesel gebouwde diesellocomotief G12 7707 in diverse Europese landen, waaronder Nederland, plaatsten de Staatsmijnen een bestelling van vijf locomotieven. De locomotieven werden in 1956-1959 gebouwd door Henschel & Sohn, sinds 1957 Henschel-Werke geheten, in Kassel in licentie van de Electro-Motive Diesel (EMD), onderdeel van General Motors. EMD bouwde de dieselmotoren, de tractiemotoren werden door Smit Slikkerveer gebouwd naar een voorbeeld van EMD. De locomotieven waren technisch gelijk aan het type G12 van EMD. Uiterlijk verschilden de locomotieven door een hogere cabine, en extra ramen voor een beter zicht rondom. Op 20-01-1955 werd de eerste locomotief besteld, de Staatsmijnen nummerde de locomotieven 151-155. De 151 was tevens de eerste door Henschel in licentie gebouwde GM-locomotief en werd op 29-04-1956 op de transportexpositie in Hannover tentoongesteld. De 151 kwam op 15-05-1956 in dienst. De 152-155 werden in 1958 en 1959 aan de Staatsmijnen geleverd. De 151 had een hogere cabine dan de andere vier locs. Voor de 152-155 werd de cabine verlaagd ten opzichte van de 151. De vijf locomotieven kregen elk een andere kleur, waarbij het patroon van de beschildering wel overeenkwam. De 151 was blauw, de 152 groen, de 153 oranje, de 154 rood en de 155 grijs. Tot 1970 (de 155 tot 1971) deden zij dienst voor het trekken van kolentreinen van de mijnen in Brunssum en Hoensbroek naar Nuth en de haven in Stein.

Nederlandse Spoorwegen

Door de sluiting van de mijnen werden de locomotieven overbodig en vervolgens aan de NS verkocht die ze goed kon gebruiken door de groei van het treinverkeer na ‘Spoorslag ’70’. In dezelfde periode werden ook de locs serie 1500 van British Rail overgenomen. De NS deelde de locomotieven in in de serie 2900. Dit was tevens de eerste serie diesellocomotieven in de nieuwe grijs-gele huisstijl. Machinisten die een qua motorvermogen zwakkere NS 2200 gewend waren hadden nog weleens last van wielslip bij het aanzetten.

Zij deden slechts ruim vier jaar dienst bij de NS, voornamelijk vanuit Zwolle. Door reorganisatie van het goederenvervoer (waaronder sluiting van verschillende goederenspoorlijnen) waren er na enkele jaren minder locomotieven nodig en de kleine serie 2900, die bovendien veel storingen had, werd in 1975 buiten dienst gesteld.

Ferrocarriles de Vía Estrecha

In datzelfde jaar 1975 werden zij naar Spanje verkocht waar zij bij de Ferrocarriles de Vía Estrecha (FEVE) in een blauwe kleurstelling en met de nummers 1421-1425 dienstdeden op de spoorlijn tussen Gijón en Lagreo/Laviana. Nadat deze spoorlijn in 1982 werd omgebouwd tot smalspoor met een spoorwijdte van 1000 mm, werden de 1421-1425 buiten dienst gesteld en gesloopt.

Overzicht

FABRIEKSNUMMER SM NUMMER BOUWJAAR KLEUR (SM) NS NUMMER FEVE NUMMER BIJZONDERHEDEN
29100 151 1956 blauw 2901 1421 Hogere cabine
29162 152 1958 groen 2902 1422
29163 153 1958 oranje 2903 1423
29637 154 1959 rood 2904 1424
29638 155 1959 grijs 2905 1425

Maak jouw eigen website met JouwWeb